shadow

Een belangrijke archeologische vondst

 

Vooraleer tot de uitbreiding van het Sint-Jozefsinstituut kon worden overgegaan, diende een uitvoerig archeologisch vooronderzoek plaats te vinden. Dit onderzoek, volgens het rapport een zeldzaam voorbeeld van dorpskernarcheologie, bracht heel wat sporen aan het licht die inzicht geven in de vol- en laatmiddeleeuwse dorpsontwikkeling van Borsbeek. Verder werden sporen vastgesteld die blijk gaven van Romeinse occupatie. Het volledige resultaat is neergeschreven in een uitvoerig verslag dat geïnteresseerden in ons documentatiecentrum kunnen raadplegen.

 

digitale schilderij die werd opgemaakt van de opgegraven vol-middeleeuwse bewoningssite ter hoogte van St.-Jozefsinstituut © All-Archeo

 

Een heel opmerkelijke vondst was die van een boomstamwaterput. De bepaling van de ouderdom van deze waterput gebeurde aan de hand van 14C (koolstofdatering)  en leverde een datering op tussen 983 en 1051 na Chr. (met 70 % zekerheid). Hij is ondertussen volledig gerestaureerd en op 6 september opnieuw in Borsbeek aangekomen. Hij staat  nu op een (tijdelijke?) mooie locatie, de Sint-Jacobuskerk.

De boomstamwaterput op zijn huidige locatie. © Rita Schouppe-Moons

Een korte historiek van het oude en het huidige kerkhof van Borsbeek.

1920 – het voormalige kerkhof – archief DocC

Vooraf een streepje geschiedenis…
Jozef II van Oostenrijk, de keizer-koster, die hier de lakens uitdeelde tijdens de laatste jaren van de Oostenrijkse bezetting, voerde in 1782 het verbod in om in kerken nog doden te begraven.
Tot dan werden de overledenen – als ze tenminste geld genoeg hadden nagelaten – in de kerk begraven.
Deze burgers werden in de volksmond ‘rijke stinkerds’ genoemd, daar er soms geurhinder was nadat ze onder de kerkvloer waren begraven.

De andere – niet vermogende – bewoners kregen hun graf buiten de kerk op het kerkhof.
Tijdens het bewind van Jozef II – en later tijdens van dat Napoleon – kwam daar verandering in.
Aan grote dorpen of steden – wat Borsbeek toen niet was – werd de verplichting opge-legd de begraafplaats buiten de stads- of dorpscentra aan te leggen.
Wat later – onder het Hollands bestuur van Willem I – werd in 1829 een wet van kracht, die ook de dorpen met meer dan 1 000 inwoners verplichtte hun begraafplaats buiten het dorpscentrum in te richten.
Met zijn toen circa 500 inwoners ontliep Borsbeek ook deze verplichting. Borsbeek bleef dus rond de kerk zijn doden begraven.
Het kerkhof was in Borsbeek tot midden van de 19e eeuw gewoon een open plek rond de kerk, met alle gevolgen van dien.
Tijdens een vergadering van de gemeenteraad van 18 juni 1831 werd het probleem besproken dat sommige inwoners gebruik maakten van het kerkhof om… hun wasgoed te bleken.
Dat is, zei de raad, “strydig aen de weerdigheyd van die plaets” en dus werd “geresolveert te bepaelen dat het uytdrukkelyk verboden is van op het kerkhof te bleeken of daer iets op te leggen of te zetten onder wat voorwendsel het ook zoude mogen wezen”.
Om dergelijke praktijken definitief te verhinderen, werd in 1852 het kerkhof afgesloten met een muurtje en een ijzeren hek. De mooie, smeedijzeren poort verdween in 1938 en werd later als… ‘vuilroosterfilter’ gebruikt in de Diepenbeek!
De laatste restanten van de kerkhofmuur verdwenen na de vergroting van het kerkgebouw in 1958-1959.

1905 – Sint-Jacobuskerk – rechts op de foto: het dak van de voormalige gemeenteschool – archief Stan Mortelmans

Begin 1900 werd de begraafplaats rond de kerk te klein. De gemeentelijke lagere school naast de kerk – zie bovenstaande foto – werd afgebroken en de daar vrijgekomen grond werd aan het kerkhof toegevoegd. Op het grondplan van de kerk met het al ommuurde kerkhof anno 1877 (foto 2) zie je bovenaan links de hoek van het gebouw van de gemeentelijke lagere school, die aan het kerkhof paalde.

1948 – De Sint-Jacobuskerk zonder kerkhof archief DocC

Door de gestage aangroei van de bevolking werd het kerkhof rond de kerk te klein en werd “een verplaatsing” van het kerkhof begin jaren dertig van vorige eeuw noodzakelijk.
Burgemeester Florent Reusens en zijn raadsleden gingen op zoek naar een nieuwe, geschikte plaats buiten het dorpscentrum.
In 1933 werd een geschikte plaats gevonden: een perceel van het Antwerpse O.C.M.W., ruim 5 ha groot, gelegen aan de Frans Theyslei en de Langbaan. Voor een betere toegankelijkheid van dit nieuwe kerkhof werden enkele kleine percelen gelegen tussen het O.C.M.W.-perceel en de de Robianostraat onteigend.
Het was ook de bedoeling om een laan aan te leggen, die de Sint-Jacobuskerk en het nieuwe kerkhof doorheen het Breedveld zou verbinden. Spijtig zouden de talrijke verbouwingen aan het klooster dit plan verhinderen. Jammer, want nu begeleiden we telkens onze dierbaren naar hun laatste rustplaats via een altijd verkeersdrukke de Robianostraat!
Op 1 november 1934 werd het oude kerkhof rond de kerk gesloten en een dag later werd de nieuwe begraafplaats in gebruik genomen. Op 11 november 1947 werd op het kerkhof het erepark en het bijhorende monument van de hand van kunstenaar Rik Sauter, ter ere van de gesneuvelden van W.O. I en W.O. II, ingehuldigd door burgemeester Edmond Snacken. Op onderstaande foto links van de burgervader staat met een regenscherm schepen van openbare werken, Jaak Van Nuffelen. De eerste zerkjes van de oud-strijders werden op 11 november 1949 onthuld.

Inhuldiging erepark kerkhof – 1947 – archief DocC

Het oude kerkhof, het kerkhof rond de Sint-Jacobuskerk, werd pas in 1951 volledig ontruimd en de laatste zerken met “eeuwigdurende eigendom” werden naar de nieuwe begraafplaats aan de de Robianostraat overgebracht.
De begraafplaats wordt later nog uitgebreid met een strooiweide en een columbarium. In 2012 werd gestart met aanleg van een urnenbos. In 2013 werd de eerste, biologisch afbreekbare urne er begraven. Borsbeek mag terecht fier zijn op zijn sober en goed onderhouden kerkhof: onze laatste aanlegsteiger vóór onze reis naar de overoever.

1962 – zicht op het huidige kerkhof vanuit de kerktoren – archief Stan Mortelmans
Bemerk rechts vooraan de boerderij en de akkers van het voormalige klooster.

Johan Mortelmans[

Met de stoomtram naar de koekenstad!

1900 – Borsbeek Statie – Herentalse baan – richting Wommelgem

Deze buurtspoorweg of tramlijn, die werd aangelegd op de grens Wommelgem-Borsbeek, werd in gebruik genomen op 31 oktober 1889.
Het eerste gedeelte van deze buurttramlijn liep van Antwerpen via Broechem naar Zandhoven, met een vertakking in Broechem naar Lier. Het was de vijfde tramlijn in de provincie Antwerpen.
De stoomtram werd voor vele bewoners van o.a. Borsbeek en Wommelgem het vervoersmiddel naar de ‘koekenstad’.
Tot begin vorige eeuw waren deze uitstappen naar de stad voor de meerdere Borsbekenaars tijdens hun leven vaak de enigste verplaatsingen buiten hun gemeente.
Rechts op bovenstaande foto: de Molenstraat, nu Jozef Reusenslei, en het hoekhuis: café ‘De wachtzaal’, later café ‘In de kruisbaan’. Vandaag is op deze plaats een zonnestudio gevestigd.
1908 – Borsbeek Statie – Herentalsebaan – richting Antwerpen.

Rechts vooraan op de foto bemerk je café ‘Brouwershuis’ met enkele tafels en stoelen op het voetpad, nu bakkerij D’Hollander. Aan de overzijde staat een houten huis met luifel: café ‘Telegraaf’, nu een restaurant. De weg tussen deze twee cafés, de Fort II-straat, leidt naar Fort 2 in Wommelgem.
De laatste rit van de stoomtram – voor reizigers – vond plaats in 1926.
De goederentram bleef nog in gebruik tot in 1940.
1932 – Aeszaklei – nu Herentalse baan

Vanaf 1926 verving de elektrische tram de stoomtram.
In 1930 veranderde de Herentalse baan van naam in Aeszaklei.
16 jaar later werd de Aeszaklei terug Herentalse baan.
1962 – Borsbeek Statie

De elektrische “tram 42” doet zijn laatste rit op 28 september 1958.
1987 – Borsbeek Statie

Een lijnbus zal vanaf dan de reizigers naar de ‘sinjorenstad’ vervoeren.
Foto 1 en 2: archief DocC Borsbeek Foto 3 en 4: archief Stan Mortelmans Foto 5: archief Jan Roofthooft

Johan Mortelmans

De inhuldiging of de inhaling van de nieuwe burgemeester of de nieuwe pastoor tijdens de vorige eeuw in Borsbeek.

1962 – de de Robianostraat

In onze gemeente was het vroeger de gewoonte, dat de nieuwe burgemeester of de nieuwe pastoor plechtig werd ‘ingehaald’ of verwelkomd aan de gemeentegrens Borsbeek-Deurne.

Deze inhaling vond telkens plaats ter hoogte van café ‘Het Boerenkwartier’, vandaag taverne ‘Poney Pub’.

Na de verwelkoming door het gemeentebestuur en/of door het bestuur van de kerkfabriek, vertrok er een stoet met praalwagens door het dorp.
Vandaag met de huidige verkeersdrukte amper voorstelbaar!

Op bovenstaande foto bemerk je op de plaats – waar de wegwerkzaamheden op grondgebied Deurne eindigen – de gemeentegrens is.
Een grenssteenl vind je op het voetpad rechts van de ingangsdeur van de huidige taverne.
Het eerste, Borsbeekse grootwarenhuis ‘PRIBA 2000’ – vanda ag Carrefour – moest nog gebouwd worden.

Ter illustratie hieronder enkele foto’s van deze mooie traditie, waarover het DocC-Borsbeek beschikt.

5 april 1911 – onthaal pastoor Frans Schuermans

Burgemeester Edward Corluy leest het welkomstwoord.
Hij wordt links geflankeerd door schepen C. Van Schevensteen en rechts door schepen L. Verbiest.
Daarnaast de aandachtig luisterende pastoor F. Schuermans.
Uiterst rechts staat pompier P. Hoeyberghs, alias ‘Peerke Petrol’.

6 juli 1947 – onthaal burgemeester Edmond Snacken

Op de foto van links naar rechts:
F. Resseler, L. Mortelmans, R. Neefs, pastoor B. Janssens, H. Van Laeken,
burgemeester E. Snacken, G. Huybrechts en E. De Clippeleir.
Roken was toen nog gezond…

5 mei 1957 – onthaal pastoor Emiel Hendrickx

Op de foto van links naar rechts:
pastoor E. Hendrickx, H. Knuyt, burgemeester E. Snacken, E. Boeckstaens, J. Crollet, F. Neefs,
S. Meukens en L. Govaerts.
E. Hendrickx was de laatste pastoor, die op deze plaats werd verwelkomd.
Let op de nieuwsgierige én de onderzoekende blikken van het ontvangstcomité.

Leopold Govaerts (vooraan rechts op bovenstaande foto en toen schepen van Openbare Werken)
was de laatste burgemeester, die op zondag, 28 juni 1959, op deze wijze werd ingehaald.
Amper vier weken later, op zaterdag, 25 juli, zou hij plots overlijden!
Het nieuws sloeg toen in als een bom in de Borsbeekse gemeenschap!

Johan Mortelmans

Historische zomerwandelingen verzameld

Bij elk van onze succesvolle Historische zomerwandelingen werd een brochure samengesteld rond het thema van die wandeling.
De meeste van die brochures zijn niet meer te verkrijgen. Wij hebben daarom ze alle 7 verzameld op een DVD. Deze is te verkrijgen aan de prijs van € 10,- in ons centrum tijdens de openingsuren van de bib.
Een berichtje vooraf (zie wie is wie) is aan te raden.

Postkaarten van Borsbeek

De leerlingen van Academia maakten op onze vraag kunstzinnige bewerkingen van typisch Borsbeekse zichten.
Daarvan werden 10 postkaarten gemaakt, die nog altijd te koop zijn aan de prijs van €5,- per pakje van 10.
Te bekomen in ons centrum tijdens de openingsuren van de bib. Een berichtje vooraf (zie wie is wie) is aan te raden.

Het dorpsplein anno 1902

<
Hierboven een foto van het dorpsplein – anno 1902 – genomen vanuit het klooster, nu Sint-Jozefinstituut.

Ons dorp telde toen 1.100 ‘zielen’.

Op de voorgrond zie je rechts café De Valk, één van de 36 Borsbeekse cafés vóór de eerste wereldoorlog. Er is al sprake van dit gebouw in het Borsbeekse meetboek van 1758. Dit café deed tot vóór 1893 dienst als vergaderplaats voor de gemeenteraad.

Uiterst links bemerk je nog een stukje van de zuidgevel van de kerk en het kerkhof.

Vlak naast – en achter – de kerk zie je de eerste gemeenteschool .

Niet toevallig naast de kerk: vroeger, tijdens de 17de, 18de en 19de eeuw, was de schoolmeester vaak ook koster, organist, klokkenluider en ‘torenuurwerkopdraaier’. In 1887 kwam aan deze cumulatie in Borsbeek een einde.

De school – te klein en in verval – wordt in 1910 afgebroken. De nieuwe gemeenteschool, nu basisschool De Klinker, is dan al gevestigd aan de Jan Frans Stynenlei.

Over de nu verdwenen gemeenteschool bevinden zich de voormalige pastorij, nu cultuurhuis De Pastorie, en het voormalige gemeentehuis, beiden gebouwd in 1892.

De laatste pastoor, pater Filip Deploige, verliet de pastorij in 2013.
De laatste burgemeester, die de gemeenteraad voorzat in dit gemeentehuis, was Leo Govaerts.
Het oud-gemeentehuis is nu een politiekantoor.

De woning met trapgevel naast het gemeentehuis was toen de bakkerij van Stan Stynen, later het snoepwinkeltje van ‘den dikke Baetens’. In 1958 wordt dit gebouw afgebroken.

Hier zou volgens oude notariële akten vroeger de oudste Borsbeekse afspanning ‘In het bijltje’ hebben gestaan.

Johan Mortelmans.

Foto: archief Stan Mortelmans.

Borsbeek anno 1873

<
Hierboven zie je een reproductie van een ‘schilderijtje’ van de hand van Joannes Corluy.

Joannes werd geboren op 6 juli 1856 in Vremde en stierf aldaar als rustend priester op 3 maart 1942. Hij schilderde dit dorpszicht van Borsbeek in 1873. Borsbeek telde toen 560 inwoners. Op de voorgrond bemerk je een herder met hond, die kijkt naar zijn grazende schapen. De weg, die in oostelijke richting naar het dorpscentrum leidt, is de Antwerpse straat, nu de de Robianostraat. De hoeve – uiterst links – stond op de hoek van de de Robianostraat en de Jan Frans Stynenlei.

Links – op de achtergrond – op het einde van de straat, bemerk je de woning van timmerman Cornelius Reusens. Zijn atelier bevond op de hoek van de Molenstraat, nu Jozef Reusenslei en de Akkerdonckstraat. Cornelius werd in 1898 verkozen tot de eerste bevelhebber van plaatselijke brandweer. Hij was de vader van Florent Reusens, burgemeester van Borsbeek van 1921 tot 1946.

In 1991 zouden op deze plaats de Zusters van het Arme Kind Jezus hun tweede klooster bouwen. Zij verlieten dit gebouw na de zomervakantie in 2014.

Tussen de bomen zie je de daken van enkele woningen, waaronder de hoeve Cautereels. Deze hoeve maakte in 1892 plaats voor een pastorij, nu cultuurhuis De Pastorie, en het – eerste – gemeentehuis van Borsbeek, nu politiekantoor.

Je ziet ook heel goed de hoofdingang van de Sint-Jacobuskerk. Rechts van de kerk bemerk je de ingang, die leidt naar ‘het kasteel’ Reynenborgh, het gebouw uiterst rechts. Louis François de Robiano was de laatste eigenaar van dit buitenverblijf of ‘hof van plaisantie’.

Na de dood van L.F. de Robiano in 1855 stelde zijn weduwe haar kasteel als vakantieverblijf en als recreatieoord ter beschikking aan de paters Jezuïeten, die op dat ogenblik in Antwerpen het handelsinstituut Sint-Ignatius hadden opgericht.

Twintig jaar later vestigden er zich de zusters van de congregatie van Het Arme Kind Jezus.

In 1889 werd het bouwvallige kasteel afgebroken.

De optil zijnde bouwwerken op deze site van het Sint-Jozefinstituut zullen het dorpszicht in de toekomst grondig veranderen.

Johan Mortelmans.

Foto reproductie: archief Stan Mortelmans.

Johan Daisne in Fort 3

Eind vorig jaar verscheen de uitvoerige en sterk gedocumenteerde Daisne-biografie van de hand van Johan Vanhecke. Een aanrader voor ieder die geïnteresseerd is in onze letterkunde. Maar je leest er ook enkele bijzonderheden in over Borsbeek.
In september 1935 begon Johan Daisne (1912-1978) hier in Fort 3 aan zijn officiersopleiding bij het Artillerieregiment 2 RLA. Hij volgde die opleiding samen met Stan Mortelmans, en dat was het begin van een levenslange vriendschap.
Daisne was, zeker in het begin van zijn verblijf hier, erg opgetogen over ons fort, dat wel erg van de bewoonde wereld afgelegen was “maar de prachtige natuur maakt alles goed. Het fort is zeer schilderachtig gelegen, in vollen buiten. Het is een echt fort, een echte versterking, met hooge wallen en een mooi water rondom. Binnenin ook zeer vestingachtig, zeer romantisch, bizonder proper”. En als bovendien ook het eten nog zijn appreciatie “zeer goed en zoveel men wil” krijgt, is hij zelfs bereid het “patatten jassen erg leuk” te vinden.
Voor wie er aan twijfelt: hij had het inderdaad over ons eigenste fort, maar dan wel in de staat van 80 jaar geleden. Van jaren voor het grote verval begon. Een verval dat ook Daisne sterk ontgoochelde toen hij hier op 27 oktober 1963 terugkwam als feestredenaar bij de onthulling van de gedenkplaat voor zijn gesneuvelde vriend Luitenant Naeyaert. Een ontgoocheling die hij onder woorden bracht in een brief van 13 december 1967 aan zijn “oude wapenbroeder” Stan Mortelmans: “Ik heb voor enkele jaren ons fort teruggezien: een ruïne …” ( Archief Stan Mortelmans)
Deze luitenant Charles Naeyaert (°1914), was in de jaren dertig een heel bekend tenniskampioen die tweemaal aan het Wimbledon-tornooi deelnam. Hij sneuvelde tijdens een verzetsactie te Merksem op 2 oktober 1944.
De 10de mei [1940] heeft ons weer en voorgoed gescheiden. Ik had een verschillende opdracht, en tijdens de bezetting was Charles in Antwerpen werkzaam, ik in Gent. Maar achteraf heb ik geweten dat wij ook toen innig saam zijn geweest, vechtend in hetzelfde Verzet”, zo vertelde Daisne tijdens die toespraak in Borsbeek.
In de laatste periode dat het voor militaire doeleinden dienst deed werd het Fort 3 Luitenant Naeyaert-fort genoemd. “Ons oude fort draagt thans welverdiend zijn naam, en het vervult me met trots en ontroering. Zo leeft ons gezamenlijke jeugdavontuur hier dan voort.” En zo leeft ook Johan Daisne een beetje in de Borsbeekse geschiedenis voort. Maar hoe komt het toch dat bijna niemand ons fort nog onder die naam kent?

Schoolbatterij 001

Louis Huybrechtsstraat vroeger en nu

De werken aan de Louis Huybrechtsstraat zijn zo goed als beëindigd en de inwoners van deze straat kunnen er best fier op zijn. Het heeft uiteraard wel wat bloed, zweet en misschien een traan gekost maar het resultaat mag er zijn. Tijd dus om eens kort terug te blikken op de geschiedenis van deze straat en enkele foto’s uit de oude doos te voorschijn te halen. Eens was deze straat slechts een smal karrenspoor met hagen. Lees daarom hieronder het artikeltje van de hand van Johan Mortelmans, medewerker van het DocC Borsbeek.