shadow

Verkiezingskoorts 4

De woelige jaren dertig: de internationale verhoudingen raakten steeds meer gepolariseerd, alsof het westen het toneel zou worden van een tweestrijd tussen de totalitaire regimes nationaal-socialisme en communisme, tussen Berlijn en Moskou. Ook België was in de ban van die links/rechtsopdeling. In het Noorden van het land was er in Vlaamsgezinde katholieke kringen een tendens naar samengaan met de gematigden binnen het Vlaamse nationalisme, een “Vlaamse concentratie”. En toen bij de wetgevende verkiezingen van 1936 de katholieke partij zware verliezen leed – voor een groot deel ten voordele van die Vlaamse nationalisten – was de druk zo sterk dat in december 1936 een beginselakkoord werd ondertekend tussen de Katholieke Vlaamse Volkspartij (KVV) en het Vlaams Nationaal Verbond (VNV). Een lang leven was dat akkoord evenwel niet beschoren, want de Belgische bisschoppen zwaaiden weer eens met de kromstaf en veroordeelden dit akkoord. Dat echter toch sterk genoeg bleef om bij de gemeenteraadsverkiezingen van 16 oktober 1938 in (volgens de telling van Bruno De Wever) zo’n honderd gemeenten “concentratielijsten” te laten opkomen. Onder meer in Borsbeek. Ook hier werd tussen KVV en Vlaamse nationalisten een akkoord afgesloten om met één lijst naar de kiezer te gaan. Maar omdat zulk akkoord slecht viel bij de christen-democratische vleugel van de KVV, werden de kandidaten hier onder druk gezet, en werd het (ondertekende) akkoord naar de prullenmand verwezen; de KVV moest onder eigen vlag aantreden.

En zo konden de circa 2000 Borsbeekse kiezers hun keuze maken tussen drie lijsten:

Lijst 1, de Katholieke Vlaamsche Volkspartij (KVV), met Florent Reusens en Frans Pittoors als belangrijkste kandidaten;

Lijst 2, het Kristen Vlaamsch Blok (KVB) als concentratielijst met als kopman Henri Altenhoven en aannemer August Reusens op de vierde plaats ;

lijst 3 tenslotte, de Belgische Werkliedenpartij (BWP) onder de leiding van Louis Pultau, al sedert jaren gemeenteraadslid.

En het ging er weer bitsig aan toe, vooral tussen de concentratielijst en de socialisten. De KVV hield zich grotendeels buiten die strijd, tot ergernis natuurlijk van de concentratiemannen, die met scherp schoten op de “woordbrekers van Lijst 1”. Naast hun “woordbreuk” kregen ze ook het verwijt “de socialisten vrij spel te geven en zich om het roode gevaar niet te bekommeren” en, o gruwel, er zelfs eentje op hun lijst te hebben “die men gerust ‘liberaal’ kan noemen”. Maar, gelet op het “rode gevaar”, was het toch vooral de lijsttrekker van de socialisten, de “vuile zwarte pot” Pultau, ook de “rooden führer” genoemd, die het zwaarst te verduren kreeg. Hem werd verweten “via huichelarijen langs de godsdienst om, de volksklas voor het marxisme te winnen, en dit spijts hun haat en oorlog aan den godsdienst”. De propaganda van de BWP werd afgedaan als “vrijmetselaarspraat” en Pultau werd, zoals het bij een framasson past, met de titel “broeder” aangesproken. (Of Pultau écht een vrijmetselaar was, deed tenslotte niets ter zake!). Lijst 1 kreeg bovendien het verwijt al afspraken te hebben gemaakt met de socialisten, en zelfs zover te willen gaan dat “godloochenaar en kristenvijand” Pultau schepen van onderwijs zou worden.

 

kvb1938

 

De socialisten van Lijst 3 antwoordden ook met scherp: vooral de concentratiekandidaten moesten het ontgelden, “die pro-Duitsche kwakzalvers van het Vee en Vee, onze Hitlerknechtjes.” En, opmerkelijk, ook de BWP trok de Vlaamse kaart, want “de socialisten trachten steeds de Vlaamsche grieven op te lossen […]; de gemeente moet door en door Vlaamsch bestuurd worden en een voorbeeld zijn voor de volledige vrijmaking van het Vlaamsche Volk”. En in de propaganda van die “godloochenaars” werden zelfs tranen geplengd over bestormde bisschoppelijke paleizen, over op straat geworpen kruisbeelden en Lievevrouwbeelden, en over aangevallen priesters…

bwp1938

 

 

En wat besliste de kiezer? Lijst 2, KVB, de concentratielijst, haalde het vrij overtuigend met 817 stemmen (vier zetels) tegen 653 (drie zetels) voor de KVV (lijst 1) . De socialisten haalden tenslotte met 516 stemmen twee zetels. In de eerste zitting van de nieuwe raad, op 21 januari 1939, werd de burgemeesterssjerp aan Florent Reusens van de KVV gegeven, terwijl de concentratielijst twee schepenen kreeg, Henri Altenhoven voor onderwijs en August Reusens voor openbare werken. Niet lang daarna zou de Tweede Wereldoorlog beginnen.

PJ

———————————————————————————————————————————–

Bronnen:

Archief provincie Antwerpen, fonds Burgemeesters PAA603, dossier 765

DocC Borsbeek, dossier 000SN115

De Wever, Bruno: Greep naar de macht. Vlaams-nationalisme en Nieuwe Orde. Het VNV 1933-1945. Uitgeverij Lannoo, Tielt 1994

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *