shadow

Verkiezingskoorts 2

Zoals bij de vorige verkiezingen, kwamen ook bij die van 15 oktober 1911 twee lijsten op: de “Lijst van de Burgemeester” (lijst 1), en de lijst “Nieuw Bestuur” (lijst 2). En er werden weer fraaie pamfletten uitgebracht. De toon mag dan een beetje zachter geleken hebben, de gevolgen waren een jaar later nog merkbaar.

De opsteller van het pamflet van Lijst 1 was duidelijk in een poëtische bui: “Mijne pen is wat verslipt, maar kom, het is voor de goede zaak en ze zal hare dienst alsdan niet weigeren…”. Volgt dan de lijst van de eigen kandidaten, “allen brave, stille menschen, geen bluffaards die om te koopen zijn. […] Belovers zijn ze niet, daar zijn wij ook niks mee. Ze handelen en dat hebben ze laten zien. Ziet eens: Dat elektriek licht! Nu weer de gaz!. Later de elektrieken tram! De pensioenen voor de oudjes!!! Nog Zondag toekomende volgt een puik feest. De lichtstoet die menige vreemdeling naar ons fraaie Borsbeek zal lokken en er menig franksken bij onze neringdoeners zal doen wisselen. Zouden wij dat kunnen vergeten als we naar de stembus gaan?”

De kandidaten van de tegenpartij werden natuurlijk flink op de korrel genomen. Niet erg beleefd, zegt de opsteller zelf, ”van kwaadsprekerij houd ik niet, maar het is soms noodig de waarheid te zeggen. En zie, als men mij in de ooren bracht, wat er al omging in mijn geboortedorp, heb ik niet langer gewacht om voor het goede in de bres te springen”.

En zo werden de 195 Borsbeekse stemgerechtigden opgeroepen om “als één man, met moed en overtuiging” voor Lijst 1 te stemmen, de lijst van burgemeester Corluy…

Helaas voor de poëet van dienst, overtuigen deed dit pamflet blijkbaar niet, want Lijst 2 kwam als overwinnaar uit de slag. En die stuurde dadelijk een triomfantelijke boodschap in het dorp rond: “Hoera voor zulken uitslag. 130 stemmen meerderheid die komen van het eerlijk, weldenkend kiezerskorps van Borsbeek […] Dank aan de kiezers omdat zij het beheer van dwang hebben doen ophouden en hebben vervangen door het triompheerende keurkorps […] Geen bestuur van vervolging, geen bestuur van knechten maar een bestuur van vooruitgang. Niet op zijn blokken zal Borsbeek vooruitgaan, neen, maar per electriek. Door wetenschap en overleg, tot belooning van het werk der kiezers van 15 October; tot heil en voorspoed van het schoone, eendrachtige, weloordeelende Borsbeek”.

Tussen haakjes, wat in dit pamflet opvalt is wel dat het de verdediging opnam van Sus Patat (over wie we het in de vorige bijdrage hadden). De kiezers hebben “gewroken uwen onderwijzer die zij zoo onmenschelijk hebben behandeld, door alle valsche beschuldigingen hebben trachten te onteeren en te doen straffen, zoo in de gemeente als op het Justitiepaleis”.

Nu zou je denken dat met zulke overtuigende uitslag de teerlingen geworpen waren, maar dat was niet het geval. Er werden twee kandidaten voorgedragen voor de functie van burgemeester: de uittredende burgemeester Edward Corluy en de lijsttrekker van lijst 2, Dr. Richard Leunis. Door het toen geldende gemeentelijk kiesrecht werd telkens slechts een deel van de raad herkozen. Corluy had zich niet moeten presenteren bij die verkiezingen, omdat zijn termijn als raadslid nog niet ten einde was (dat zou pas op 31/12/1915 het geval zijn!). Maar zijn ambtsperiode als burgemeester, die begonnen was op 01/10/1910 na het overlijden van J.J. Reusens; verliep normaliter wel op 31/12/1911. Maar toen kwam de ‘grote’ politiek zich ermee moeien, met name de katholieke partij. En wat doe je als kleine lokale dwerg tegen een reus? In de katholieke partij vond men het blijk-baar logisch dat hùn kandidaat Corluy benoemd moest worden, en dat kon voor hen zonder problemen want “het volk van Borsbeeck bleef kalm om de benoeming, (…)We moeten voor de toekomst niet vreezen”.

Op de zitting van 20 januari 1912 hadden de verkozen raadsleden de eed afgelegd (pikant detail: Dr. Leunis deed dat in het Frans! Dat kon toen nog.), maar de benoeming van de nieuwe burgemeester gebeurde pas op 2 april, en het was uiteindelijk Corluy die de sjerp kreeg.

Zeer tot ongenoegen natuurlijk van de leden van de lijst “Nieuw Bestuur”. In een pamflet “Hoe men den wil der kiezers van Borsbeeck heeft gespot” gaven ze hun reactie. En, opmerkelijk genoeg, er duiken nu ook hier in Borsbeek sporen van antiklerikale irritatie op, irritatie over het feit dat “de zwarte rokken, tegenwoordig nog burgemeesters der dorpen, (zich) bemoeiden (…) met den strijd der benoeming”.

Misnoegd waren ze om diverse redenen: “Door de benoeming van Corluy misten wij niet alleen onzen burgemeester, maar wij hebben een grootsch feest verspeeld dat den armen steun, en vooral de neringdoeners veel zou opgebracht hebben”. Er zijn al zwakkere argumenten in de politiek gebruikt! En tenslotte volgde een opvallende raad voor de komende parlementsverkiezingen van 2 juni 1912: “Stemt niet voor dezen die onzen wil hebben miskend, die de meerderheid van Borsbeeck hebben bespot, gehoond (…) Zij willen ons niet, wij willen ze nu ook niet. Stemt allen voor de lijst nummer 2. (…) Alzoo zult gij medewerken tot den val van het versleten ministerie om alzoo een nieuw in ’t leven te roepen. Wij zullen dan de ontbinding krijgen van al de gemeenteraden, wij kiezen dan nog eens opnieuw en zullen niet met 130 maar met 150 stemmen zegevieren. Dan zullen er geen 3 uilen op het gemeentehuis zitten, en krijgen dan onzen burgemeester. Dan zal niet alleen den Beiaard, maar ook de nieuwe Harmonie spelen”. (Van deze “nieuwe harmonie” ‘Vrede-Levenslust’ was Dr. Leunis erevoorzitter!)

Zeer opvallend hierbij is dus wel dat de brave Borsbeekse kiezer opgeroepen werd tegen de kadodders te stemmen, tegen de machtige katholieke partij, maar voor lijst 2, zijnde het kartel van liberalen en socialisten dat in 1912 gevormd was .

 

pamflet 001

 

Was hiermee de vete opgelost? Blijkbaar niet. Want toen raadslid Alfons Govaerts in november 1912 overleed, suggereerde schepen Dr. Leunis de vlag aan het gemeentehuis halfstok te hangen. Maar, lezen we in het verslag van de gemeenteraad van 22/11/1912 “de voorzitter verwittigde de leden des raads, dat de familie hem verzocht had te zeggen dat geen enkel lid der tegenpartij het baarkleed met den hoek mocht vasthouden, (dus) werd er beslist te wachten met het laten doen van eene mis voor den afgestorvene en ieder lid volgens zijn goeddunken de begrafenis te laten bijwonen of niet”.

Door het uitbreken van de eerste wereldoorlog duurde het tot april 1921 eer er opnieuw gemeenteraadsverkiezingen plaatsvonden.

PJ

____________________________________________________

Bron: DocC Borsbeek, dossiers 000SN097 en 000SN114

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.