shadow

Joris Baers

Werd geboren te Antwerpen op 3 februari 1888 in een welstellend burgermilieu. Hij was de broer van Margriet Baers, de destijds bekende psychologe (1889-1922), en van Maria Baers (1883-1959), stichter van de KAV en later CVP-senator.

Joris Baers
foto AMVC-Letterenhuis

Joris Baers deed zijn middelbare studies aan het Onze Lieve Vrouwcollege aan de Antwerpse Frankrijklei, en zijn priesterstudies aan het Mechels seminarie. In 1911 werd hij priester gewijd, en als onderpastoor benoemd in het Waals-Brabantse Wavre waar hij een openbare bibliotheek oprichtte.

Nadat in 1921 de wet Destrée m.b.t. de openbare bibliotheken goedgekeurd werd, kreeg Joris Baers in april 1922 van kardinaal Mercier de opdracht het katholieke bibliotheekwezen in Vlaanderen te organiseren. Als onderpastoor in de Antwerpse Sint-Michielsparochie kwam zijn levenswerk tot volle ontplooiing: Joris Baers bouwde de bescheiden parochiebibliotheek uit tot een centrale modelbibliotheek, en trok van parochie naar parochie om nieuwe bibliotheken te stichten of bestaande bibliotheken op een hoger niveau te tillen. Hiertoe richtte hij in 1923 het Algemeen Secretariaat voor Katholieke Boekerijen (ASKB) op, stichtte hij het bibliografisch tijdschrift Boekengids, organiseerde vormingscursussen voor bibliothecarissen, en lag mee aan de basis van de uitgave van Lectuurrepertorium.

In 1926 verscheen zijn studie De bibliothecaris als opvoeder waarin hij de nadruk legde op de “pedagogische verplichtingen” van de bibliothecarissen: zij moeten waken over het zedelijke niveau van de boeken die ze uitlenen: “te veel bibliothecarissen gedragen zich […] alsof zij het recht hadden op te treden als loutere ‘boekuitdelers’ die, zonder rekening te houden met de vormende of misvormende invloed der uitgeleende lectuur en soms zelfs zonder besef van hun zedelijke verantwoordelijkheid, aan hun lezerspubliek om ’t even welke boeken uitlenen” (p. 3). Hij moet “een plicht- en doelbewust opvoeder” zijn” ( p.4). Onze bibliothecaris zou mij wel heel raar aankijken moest ik haar op dit, op zijn minst bevreemdend, advies wijzen…
En opvoeden was voor Baers in de eerste (en enige!) plaats de mensen leiden volgens de voorschriften van de katholieke moraal: elk boek werd in De Boekengids of in het Lectuurrepertorium beoordeeld op – en vaak veroordeeld om – zijn moreel gehalte (met de beruchte cijferquoteringen van V, voor alle lezers, tot I, verboden lectuur!). En in die beoordeling werd het verstandelijk vermogen van de lezer nogal onderschat, zoals blijkt uit de richtlijnen die hij gaf voor de zogenaamd “ernstige lectuur”: die moet geschreven zijn “in een eenvoudige, ook voor Vlamingen verstaanbare taal” (p.20). Hij had blijkbaar geen hoge pet op van het verstandelijk niveau van de Vlamingen!

Zijn – vaak ongenuanceerd – moralisme leidde heel dikwijls tot bitsige conflicten met wat toen zo fraai “andersdenkenden”, werd genoemd. “De E.H. Baers vervult de ondankbare rol van douanier in onze Vlaamse letteren: op hem rust, gewapend met potlood en morele principes, de zware taak bestendig op de loer te liggen, ten einde de lezers te beschermen tegen de wulpse smokkelaars die erop uit zijn Vlaanderen met blote billen en goddeloze waar te overstromen”, zoals de criticus Raymond Brulez spottend schreef. Het pijnlijkst incident had plaats in 1950, toe Baers zich verzette tegen de toekenning van de letterkundige prijs van de provincie Antwerpen aan Marnix Gijsens Joachim van Babylon op grond van de “immoraliteit” van dat werk. Baers zelf kreeg dat jaar wel een literaire prijs. Dit leidde tot zulke bitsige vijandigheid dat zelfs vooraanstaande vrijzinnigen, zoals b.v. de kunsthistoricus A.J.J. Delen zich
bezondigden aan platvloerse oprispingen die nu – behalve dan in “de boekskes” – voor publicatie ongeschikt zouden bevonden worden. Vergeten we hierbij echter niet dat in die jaren de tegenstelling “klerikaal/antiklerikaal” nog erg levendig was.

Naast zijn activiteit op literair-kritisch terrein, moeten we ook zijn pastorale taak vermelden als biechtvader en geestelijk leidsman van Clara Jung  van wie hij de “mystieke ervaringen” in zijn dagboeken noteerde.

Quasi zijn hele volwassen leven leed Baers onder ernstige depressies, zo erg dat hij vanaf 1955 in een psychiatrische inrichting in Sleidinge moest verblijven, waar hij op 14 augustus 1975 overleed. Hij werd volgens zijn uitdrukkelijke wilsbeschikking begraven in Borsbeek, wellicht omdat zijn biechtelinge Clara Jung hier ook haar graf had. Verwonderlijk genoeg ligt ook op Baers’ graf een ex voto om te bedanken voor bekomen genezing.

PJ

Joris Baers - Begraafplaats Borsbeek
Foto (c) DocC Borsbeek

Bronnen:
AMVC-Letterenhuis: dossier B136.
ODIS-Database Intermediary Structures Flanders (online). Record n°. 2775 Joris Baers
Website Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience. Bijzondere collecties s.v. Joris Baers.
Baers, J.: De bibliothecaris als opvoeder. Antwerpen, ASKB, 1926
Nulens, J.: Het leven van Clara Jung uit Antwerpen(1887-1952). Lille, eigen beheer, 1978.

One comment on “Joris Baers

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *